Er was een tijd dat je een nieuw album van je favoriete artiest pas leerde kennen als je met smoezelige koptelefoon op in een ‘platenzaak’ stond. In een tijd zonder internet, zonder Spotify, zelfs nog zonder compact discs.

In die tijd kwam het eerste solo-album van Phil Collins uit. Frontman van de symfonische rockgroep Genesis, drummer vooral ook. Dat juist hij een solo-album zou uitbrengen, op maandag 9 februari 1981, dat was haast net zo verrassend als zijn drijvende rol achter het jazzcollectief Brand X…. Niets, maar dan ook helemaal niets was er nog bekend over de stijl, de sfeer, de sound van zijn debuut solo-album Face Value.

Die koude Maastrichtse ochtend, nu ruim vier decennia geleden, stond ik als 17-jarige om klokslag 0900 uur voor de nog gesloten deur van platenzaak ‘Music Plus’, om zeker te zijn dat ik de lp meteen in handen zou krijgen. Sterker nog: de winkelier had de Collins-lp’s nog niet eens uit de doos gehaald. Samen verwijderden we de tape, samen haalden we het allereerste exemplaar tevoorschijn. ‘Kan niet anders of Je bent de eerste Maastrichtenaar die dit album heeft’, meende de platenhandelaar. Of ik het eerst nog wilde luisteren? Nope, thanks. Meteen op de fiets, de plastic zak met inhoud omzichtig weghoudend van de spaken in het voorwiel.

Thuis meteen naar zolder. Lp uit de hoes, op de Dual draaitafel. De eerste klanken van ‘In the air tonight’. Nietsvermoedend die eerste beats, die eerste ‘wailing guitar’. Die brommende synthesizer, die kraakheldere stem van Phil. So far, so good. Die eerste minuten vol spanning – hoe goed wordt dit? En dan op 3.41 minuut, dat allesveranderende moment. Het moment dat de drums het nummer overnemen. Met die roemruchte ‘gated reverb’, voor altijd onlosmakelijk verbonden met drummer Phil Collins.

Hoe kun je dat ooit vergeten?